Omslagpunt bepalen


Je kunt om een aantal verschillende manieren je omslagpunt bepalen, om het niet té ingewikkeld te maken bespreken we hier 2 testen :

Veldtest
Inspanningstest

Veldtest
Deze test kun je vrij éénvoudig zelf doen.
Je kiest een vrij rustig parcours waar niet al te veel kruispunten of bochten in zitten.
Eerst een kwartier tot half uur goed warm fietsen. Daarna begin je met de test, het spreekt voor zich dat je een hartslagmeter draagt en dat je op deze dag goed uitgerust bent. Ga zo hard fietsen dat je hartslag op ongeveer 120 slagen blijft hangen.
Vervolgens ga je proberen om elke 5 minuten je hartslag met 5 slagen te verhogen, dit doe je natuurlijk door harder en/of zwaarder te gaan fietsen. Deze stap herhaal je dus elke 5 minuten, steeds 5 hartslagen hoger. Net zo lang volhouden tot je echt niet meer kan. Je benen lopen vol, je begint te hoesten en te kuchen. Als je echt niet meer verder kan, dit is ongeveer je maximale hartslag, kijk je bij welke hartslag je gestopt bent. Vervolgens kijk je naar de laatste stap voordat je stopte, van deze hartslag haal je 8 slagen af en je weet je omslagpunt.

Voorbeeld : je hartslag waarbij je niet meer verder kon was 180, de stap ervoor dus 175. 175-8= 167, dit is dan je omslagpunt.

Let er op dat je na deze inspanning even rustig uitfietst. Het is raadzaam deze test gedurende het jaar een aantal keren te herhalen onder verschillende omstandigheden.

Inspanningstest
Een inspanningstest of ook wel laboratorium test genoemd kun op verschillende plaatsen in Nederland laten doen. Er zijn gespecialiseerde wielertrainers die deze test afnemen of bij de zgn. sport medisch advies centra verdeeld over heel Nederland (SMA).
Je maakt van te voren een afspraak voor een inspanningstest en ga daar uitgerust naar toe. Tijdens deze test die op een hometrainer wordt uitgevoerd worden belangrijke lichaamsfuncties als hartslag, bloedruk en ademhaling door middel van elektroden geregistreerd. Je moet net als in de veldtest steeds zwaarder trappen, net zo lang tot je niet meer verder kan.

De laatste test is iets betrouwbaarder dan de eerste. Je zou ook kunnen overwegen om een lactaat test te doen, echter dit gaat nog weer een stapje verder en is niet echt voor ons wielertoeristen van toepassing.